Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ik hief mijn ogen op, en zag, en ziet, er was [15]een Man [16]met linnen bekleed, en Zijn lenden waren omgord met fijn goud van [17]Ufaz. 15. Te weten Christus, gelijk enigen afnemen uit hfdst.12 vs.6,7; Openb.1:13,14,15, en Openb.10:5; die te dien tijde in de gedaante van een man verschenen is. 16. Te weten met kostelijk lijnwaad, gelijk de koningen en priesters plegen te dragen; zie Lev.6:10, en Lev.16:4. 17. Zie van Ufaz, Jer.10:9. Sommigen verstaan door dit goud, de heiligheid, reinheid en heerlijkheid van Christus, waarmede Hij versierd en als omgord is.